MENU
PDF Opties

Algemene dekkingsmiddelen

Algemeen

De algemene middelen van de gemeente dekken de kosten van de programma's. Dit betreft middelen waar geen voorafgaand specifiek bestedingsdoel aan ten grondslag ligt. De algemene uitkering uit het gemeentefonds is de belangrijkste vrij besteedbare inkomstenbron voor de gemeente. Het Rijk bepaalt de hoogte van deze algemene uitkering. De gemeente kan ook zelf inkomsten genereren door het heffen van belastingen, waarvan de onroerendezaakbelasting de belangrijkste is. De opbrengst van belastingen kent, in tegenstelling tot heffingen als het rioolrecht en afvalstoffenheffing, geen vooraf bepaald bestedingsdoel en behoort tot de algemene dekkingsmiddelen. Overige vrij besteedbare middelen zijn de dividenden van deelnemingen en het renteresultaat verbonden aan de financieringsfunctie.

Tot de algemene dekkingsmiddelen behoren de baten en lasten van:

  • Lokale belastingen en heffingen;
  • De algemene uitkering uit het gemeentefonds;
  • Het gemeentelijk financieringsbeleid, het saldo van de externe vaste geldleningen en de intern toegerekende rente aan activa en grondexploitaties;
  • De baten en lasten die verbonden zijn aan financiële deelnemingen;
  • Incidentele baten en lasten over voorgaande jaren;
  • Algemene baten en lasten waaronder onvoorziene inkomsten en nog te bestemmen middelen (stelposten).

Gemeentefonds

De uitkering uit het gemeentefonds is gebaseerd op de decembercirculaire 2018.

De uitgavenontwikkelingen binnen de verschillende ministeries hebben direct gevolgen voor de groei en/of krimp (het accres) van de algemene uitkering uit het gemeentefonds. Najaar 2017 was het voorlopig accres voor 2018 nog vastgesteld op een (nominale) groei van 4,83%. Deze groei is in de loop van 2018 gestegen naar 5,70% (een verschil van 0,87%). De bijstelling het accres is het gevolg van de in het Regeerakkoord vastgelegde keuzes. Deze zijn bekrachtigd in het Interbestuurlijk akkoord. De drie belangrijkste verklaringen zijn de budgettaire consequenties van het Regeerakkoord, de aanpassing in de basis van de normeringsystematiek en oplopende ramingen voor loon-, prijs- en volumeontwikkelingen.

In 2018 zijn vier circulaires verschenen (maart, mei, september- en december) over de ontwikkelingen rond het Interbestuurlijk Programma (IBP), knelpunten sociaal domein en het financieel perspectief voor gemeenten. De belangrijkste ontwikkelingen uit deze circulaires stonden in het teken van:

  • de overheveling integratie uitkering sociaal domein naar de algemene uitkering (vanaf 2019), met uitzondering van de niet-integreerbare onderdelen (voogdij 18+, bescherm wonen en Wsw);
  • een bredere basis voor de normeringsystematiek (vanaf 2019) door vervanging Netto Gecorrigeerde Rijks Uitgaven (NGRU) naar de netto uitgaven onder uitgavenplafond (dus inclusief sociale zekerheid en zorg);
  • een nieuwe werkwijze BTW-compensatiefonds (BCF) t.a.v. ruimte onder plafond BCF;
  • een kwantitatief onderzoek gericht op een integrale nieuwe verdeling van de middelen in het gemeentefonds voor het sociaal domein (per 2021);
  • de heroverwegingen in de financiële verhoudingen (per 2021);
  • het verruimen van de btw-sportvrijstelling (vanaf 2019).

In 2018 is de raad tussentijds gerapporteerd over de ontwikkelingen in de uitkering uit het gemeentefonds. Voor het lopende jaar 2018 traden na het verschijnen van de decembercirculaire 2018 nieuwe afwijkingen op. Deze afwijkingen lichten we toe bij de financiële toelichting hierna.

Stadsverwarming

De aandelen in Stadsverwarming Purmerend (SVP) zijn voor 100% in handen van gemeente Purmerend. Sinds 2012 is de deelneming gewaardeerd op € 38,27 miljoen (oorspronkelijk € 42,6 miljoen).

in afwachting jaarverslag SVP (april 2019)

In 2018 zien we onder andere de volgende ontwikkelingen: 

  • De nieuwe chatfunctie is inmiddels live getest;
  • Het aantal afleversets dat in eigendom van SVP is gekomen, is ruim 600 beneden de norm van 2.000 sets (verschuiving batchgewijze overdracht sets Intermaris);
  • Een nieuwe factuur lay-out is ontwikkeld in 2018 met een beter inzicht voor de klant;
  • Binnen de herziene warmtewet is het toegestaan om een ander tariefproduct aan te bieden. Binnen SVP wordt gestart met een ontwikkeling van een nieuw tariefproduct o.b.v. een groter aandeel variabele (meer invloed van klanten op kosten, verwachte introductie 2020);
  • De pijplijn van nieuwe klanten is goed gevuld, maar laat een verschuiving zien na 2018 a.g.v. o.a. personeelstekorten bij bouwers;
  • Bij techniek en productie is het assetmanagement systeem Ultimo voor oa. onderhoudsplanning ingevoerd;
  • SVP gebruikt diverse IT systemen voor ondersteuning van de werkrpocessen. De ontwikkelde visie op koppeling van deze systemen is gedurende 2018 geïmplementeerd.

Ontwikkeling resultaat 2018:

In 2018 heeft de SVP een winst gemaakt van € 2.174.000 (inclusief het opnemen van een actieve latentie van € 2.307.000). Het nadeel wordt met name veroorzaakt door lagere beschikbaarheid, inzet en rendement van de BWC (meerkosten gasgestookte GJ's, minder SDE en meer inkoop biomassa). Daarnaast is er minder afgezet (doordat het relatief warm is geweest), een hoger warmteverlies en zijn de inkoopprijzen van de grondstoffen (m.n. gas) gestegen.

De winst is toegevoegd aan het eigen vermogen van de Stadsverwarming. Het eigen vermogen bedraagt nu ruim € 13,238 miljoen. De winst werkt niet door in de waarde van de deelneming op de balans van de gemeente. Om te beoordelen of dit wel of niet het geval is, wordt jaarlijks een zogenaamde impairment test uitgevoerd. De uitkomst van de impairment test laat zien dat op de waarde van de activa van de Stadsverwarming geen extra afschrijving hoeft te worden doorgevoerd.

Blijvende onzekerheden voor SVP zijn: wet- en regelgeving, gasprijs- en graaddagenontwikkeling (en de daaraan gerelateerde afzet) en de hoogte van de inflatie.

HuisVuilCentrale (HVC) Alkmaar

In financieel opzicht was 2018 een goed jaar. Er is een positief resultaat behaald van € 13,3 miljoen. Naast dit resultaat zijn er ook op het gebied van energie en hergebruik mooie stappen gezet:

  • Ingebruikname kunststofsorteerinstallatie (KSI). Deze installatie sorteert jaarlijks 65.000 ton plastic, blik en drinkpakken waarvan vervolgens weer een scala aan nieuwe producten wordt gemaakt;
  • Aandacht voor (brand-)veiligheid;
  • Plaatsing op zowel eigen gebouwen als ook op voormalige stortplaatsen en grootschalige zonneweides van zonnepanelen;
  • Trias Westland heeft een productietest uitgevoerd in Onder Krijtreservoir. Dit verliep succesvol. Daarna is gestart met de aanleg van het warmtenet.
  • In Heerhugowaard is de eerste tuinder van het gas af geholpen (5 miljoen kuub gas). Dat is ongeveer de hoeveelheid die ruim 3.000 huishoudens per jaar gebruiken en dit gasverbruik wordt nu jaarlijks voorkomen. Bovendien leidt dit tot de reductie van de bijbehorende CO2- uitstoot.

Financiële toelichting

(bedragen x € 1.000)

Realisatie 2017

Begroting 2018
primitief

Begroting 2018
bijgesteld

Realisatie
2018

Afwijking

Lasten

-9.603

-8.474

300

305

4

Baten

146.110

150.429

142.678

142.836

158

Saldo

136.507

141.955

142.979

143.141

162

De algemene dekkingsmiddelen laten per per saldo een voordelige afwijking zien van € 162.000. Dit komt door € 4.000 lagere lasten en € 158.000 hogere baten. De afwijkingen worden hierna per onderdeel toegelicht .

(bedragen x € 1.000)

Realisatie 2017

Begroting 2018
primitief

Begroting 2018
bijgesteld

Realisatie
2018

Afwijking

1 Lokale heffingen

Lasten

-87

-38

-38

-53

-15

Baten

13.085

13.425

13.509

13.379

-130

12.998

13.387

13.472

13.326

-145

2 Nog te bestemmen middelen

Lasten

-487

-149

0

0

0

-487

-149

0

0

0

3 Gemeentefonds

Lasten

-107

-12

0

0

0

Baten

121.103

126.031

126.765

127.001

236

120.997

126.019

126.765

127.001

236

4 Eigen financieringsmiddelen

Lasten

-7.520

-7.080

1.533

1.534

1

Baten

10.511

9.543

1.051

1.049

-2

2.992

2.463

2.584

2.583

-1

5 Deelnemingen

Lasten

-1.361

-1.195

-1.195

-1.170

25

Baten

1.411

1.430

1.353

1.406

53

49

235

158

237

78

6 Incidentele baten en lasten

Lasten

-43

0

0

-6

-6

-43

0

0

-6

-6

7 Begrotingsaldo

0

0

0

0

0

Toelichting per product

1. Lokale heffingen

  • De baten zijn € 130.000 lager dan begroot. Dit is het resultaat van een incidenteel lagere opbrengst uit OZB (€ 189.000), een incidenteel hogere opbrengst hondenbelasting (€ 23.000), een incidenteel hogere opbrengst precario (€ 52.000), een incidenteel lagere opbrengst reclamebelasting (€ 31.000) en een incidentele hogere opbrengst toeristenbelasting (€ 15.000);
  • Daarnaast zijn de lasten € 15.000 hoger dan begroot door een extra dotatie aan de voorziening dubieuze belastingdebiteuren.

Het beleid inzake lokale heffingen is verder toegelicht in de paragraaf lokale heffingen.

2. Nog te bestemmen middelen
In het onderdeel nog te bestemmen middelen zijn (collectieve) stelposten opgenomen die in principe alle onderdelen van de gemeentebegroting raken. In 2018 zijn deze (collectieve) stelposten in de tussenrapportages onderverdeeld naar de programma's, zodat er per saldo geen afwijkingen zijn te melden.

3. Gemeentefonds

De uitkering uit het gemeentefonds is in 2018 verantwoord voor €127 miljoen. Dit is incidenteel € 236.000 meer baten dan begroot. In onderstaande tabel is dit samengevat:

Uitkeringsjaar

Begroting

Realisatie

Afwijking

2016

-

-144.519

-144.519

2017

-158.259

-50.469

107.790

2018

126.923.454

127.196.296

272.842

Totaal gemeentefonds

126.765.195

127.001.309

236.114

Het regeerakkoord is verwerkt in de maartcirculaire 2018 en de voorjaarsnota in de meicirculaire 2018, hierover is uw raad geïnformeerd in de eerste tussenrapportage 2018 en de kaderbrief 2019. De miljoenennota 2019 is verwerkt in de septembercirculaire 2018 en maakt onderdeel uit van de tweede tussenrapportage 2018. In 2018 vindt nog een verrekening plaats op basis van de werkelijke rijksuitgaven. Informatie hierover komt pas beschikbaar na afronding van de jaarstukken 2018. Uit de najaarsnota blijkt dat er sprake is van een onderuitputting op de rijksuitgaven. In het kader van de normeringssystematiek betekent dit een nadeel voor de gemeenten. Dit betrekken we bij de eerste tussenrapportage 2019.

Uitkeringsjaar 2018

Het resultaat van de algemene uitkering 2018 is op basis van de laatste specificatie Binnenlandse Zaken (BZK) € 127.196.296. Dit is € 272.842 hoger dan geraamd in de tweede tussenrapportage 2018. De hogere uitkering is veroorzaakt door een voordeel van € 126.000 op de maatstaven (onder andere bijstand, lage inkomens, leerlingen), een voordeel van € 38.000 voor schulden en armoede, een voordeel van € 11.000 inzake informatieplicht energiebesparende maatregelen, een voordeel van € 15.000 voor innovatieve aanpak en een voordeel van € 9.000 bij beschermd wonen. Het restantbedrag is een voordeel van € 20.000 voor een toevoeging van taakmutaties (implementatie richtlijn EED, DigiD en MijnOverheid, berichtenbox en generieke digitale infrastructuur) en een voordeel van € 54.000 i.v.m. de stijging van de uitkeringsfactor met één punt.

Informatieplicht energiebesparende maatregelen

Per 1 juli 2019 treedt de informatieplicht in werking voor bedrijven met een middelgroot energieverbruik. Deze bedrijven moeten uiterlijk 1 juli 2019 rapporteren welke energiebesparende maatregelen zij hebben genomen met een terugverdientijd van vijf jaar of lager. Deze verplichting vloeit voort uit het gewijzigde artikel 2.15 Activiteitenbesluit milieubeheer. Bedrijven worden verplicht te rapporteren aan het bevoegd gezag, de gemeenten, of namens deze de omgevingsdiensten. Het bevoegd gezag is op deze manier beter in staat informatiegestuurde handhavingsprogramma’s op te stellen en prioriteit te geven aan die bedrijven waar het meeste resultaat te behalen is. Voor deze uitvoeringstaak is in 2018 incidenteel € 11.000 beschikbaar gesteld. Dit bedrag valt nu in het jaarrekeningresultaat 2018 vrij en zal in de eerste tussenrapportage 2019 als uitgave worden opgevoerd (ten laste van de algemene reserve).

Implementatie richtlijn EED

Gemeenten zijn vanaf 2015 als bevoegd gezag verantwoordelijk voor het toezicht op de 4-jaarlijkse uitvoering van energie-audits door grote ondernemingen. Deze verplichting vloeit voort uit de implementatie van de Europese Richtlijn Energie-efficiëntie (EED). Gebleken is dat gemeenten jaarlijks incidenteel in de decembercirculaire(s) voor de uitvoeringslasten worden gecompenseerd. Om te voorkomen dat dit bedrag jaarlijks via de decembercirculaire(s) wordt verwerkt en in het rekeningsresultaat 2018 vrijvalt, zal een bedrag van € 8.000 in de eerste tussenrapportage 2019 als uitgave worden opgevoerd (ten laste van de algemene reserve). In de begroting 2020 zal worden gekeken of de uitvoeringslasten structureel begroot kunnen worden.

Aardgasvrije wijken

Purmerend is geselecteerd voor een grootschalige proeftuin met een aardgasvrije wijk. In de proeftuin leren gemeenten samen met bewoners en belanghebbenden hoe een bestaande wijk van het gas kan worden gehaald. Purmerend ontvangt in totaal € 6.988.411, uitgekeerd in twee tranches. De eerste tranche is verwerkt in de decembercirculaire 2018, hiervoor heeft Purmerend een bedrag van € 5.091.994 ontvangen via een decentralisatie-uitkering. De tweede tranche zal worden opgenomen in de septembercirculaire 2019 (bijdrage € 1.896.417). De niet bestede ontvangen rijksbijdrage (€ 5.091.994)voor de proeftuin aardgasvrij is overgeheveld naar de balans (onder de overlopende passiva).

Schulden en armoede

Ter versterking van het gemeentelijke armoede- en schuldenbeleid heeft het kabinet voor drie jaar middelen ter beschikking gesteld voor het voorkomen van schulden en de bestrijding van armoede, in het bijzonder onder kinderen. Gemeenten geven met de incidentele middelen uit het Regeerakkoord voor drie jaar een impuls aan de verbetering van de toegang tot, en de effectiviteit van, de gemeentelijke schuldhulpverlening en versterking van de lokale regie van het armoedebeleid. Van dit geld wordt € 8 miljoen naar voren gehaald en is in december 2018 uitbetaald in plaats van in de loop van 2019 (voor Purmerend € 38.000). Voor Purmerend zijn deze budgetten destijds overgezet naar programma 2 Samenleving. Voor 2018 betekent dat het budget van € 127.000 wordt opgehoogd met € 38.000 naar € 165.000.

Nabetalingen over vorige jaren (2016 en 2017)

  • De nabetaling over 2016 is € 145.000 lager dan begroot door de vaststelling van de inkomstenmaatstaf OZB en een (lagere) vaststelling van de uitkeringsfactor.
  • De hogere nabetaling van € 108.000 over 2017 betreft nadere vaststellingen van de uitkeringsfactor en de integratie-uitkering Wmo.

4. Eigen financieringsmiddelen

Het renteresultaat is ten opzichte van de tweede tussenrapportage niet gewijzigd.

5. Deelnemingen

Het voordeel op de post deelnemingen betreft: 

  • Lagere onderzoeks- en adviseringskosten (€ 25.000) Stadsverwarming;
  • Hogere dividenduitkering BNG (€ 14.000);
  • Hogere dividenduitkering Alliander (€ 30.000);
  • Hogere garantstellingprovisie HVC (€ 9.000) .

Alle afwijkingen zijn incidenteel van aard.

6. Incidentele baten en lasten
Het saldo van incidentele baten en lasten geeft per saldo een incidenteel nadeel van € 6.000 i.v.m. afdracht WKR regeling.

Reserves

(bedragen x € 1.000)

Ultimo

2018

Dotatie

2018

Onttrekking

2018

Ultimo

2018

Egalisatiereserve rente

108.762

-

108.762

-

Saldo

108.762

-

108.762

-

Deze reserve is ontstaan door het sneller aflossen van de leningen door Intermaris. Bij de vervroegde aflossing is een boeterente betaald. Jaarlijks onttrekken we een aflopend bedrag aan deze reserve, zodat de gemeentebegroting geen nadeel ondervindt van vervroegde aflossingen. De reserve is in 2018 volledig besteed en kan worden afgesloten.

Structurele effecten

Er zijn geen structurele effecten.

Incidentele baten en lasten

Onderwerp (-/- is lagere baten/lasten)

Lasten

Baten

Afdracht WKR regeling

6

-

Taakmutaties: schulden en armoede, EED, innovatieve aanpak, GDI en beschermd wonen

-

92

Bijdrage aardgasvrije wijken

-

5.092

Totaal

6

5.184