Voorliggende jaarstukken 2018 van gemeente Purmerend zijn opgesteld volgens de voorschriften in het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV).
Achtereenvolgens komen aan de orde:
In de bijlagen treft u ten slotte aan:
In de aanbiedingsbrief gaat het college kort in op een aantal in het oog springende resultaten uit 2018 en de oorzaak van het financieel resultaat. Ook doet het college een voorstel aan de gemeenteraad voor de bestemming van het resultaat.
Per programma komt aan de orde:
Met inachtneming van het BBV moet er ook verplicht een onderdeel overzicht algemene dekkingsmiddelen in de programmaverantwoording staan. Dit onderdeel is opgenomen in hoofdstuk 3 Algemene dekkingsmiddelen.
Deze middelen kennen, in tegenstelling tot heffingen als het rioolrecht of de afvalstoffenheffing, geen vooraf bepaald bestedingsdoel. De niet vrij besteedbare heffingen worden, evenals de ontvangsten van de specifieke uitkeringen in de programma’s waarvan ze voor een deel de kosten dekken, verantwoord.
In de programma's moeten alleen de kosten worden opgenomen van het primaire proces. De kosten moeten zoveel mogelijk direct worden toegerekend aan de betreffende taken en activiteiten. Activiteiten die onder de overhead vallen, zijn grofweg in te delen in: ondersteunende afdelingen (zoals activiteiten van personeelszaken, facilitaire zaken, financiën) en ondersteunende personen op de taakvelden (zoals activiteiten van leidinggevenden, secretariaat).Om te kunnen vaststellen welke kosten onder de overhead vallen, is de volgende definitie opgesteld: "alle kosten die samenhangen met de sturing en ondersteuning van de medewerkers in het primaire proces".
De post ‘onvoorzien’ is bedoeld als dekking voor (een schatting van) uitgaven die niet zijn voorzien in de begroting. Het bedrag hiervoor wordt geraamd per programma of voor de begroting in zijn geheel. Het is wettelijk voorgeschreven dat er een post ‘onvoorzien’ wordt opgenomen. Voor Purmerend is een post onvoorzien opgenomen van € 50.000.
Als gevolg van de invoering van de 'Wet modernisering Vpb-plicht overheidsondernemingen' zijn gemeenten verplicht vennootschapsbelasting (Vpb) te betalen als zij een fiscale onderneming hebben. Dit onderdeel is hier ook opgenomen.
In dit hoofdstuk geven we een samenvattend overzicht van de baten en lasten van de afzonderlijke programma’s en de algemene dekkingsmiddelen. Dit noemen we het resultaat voor bestemming. Conform het BBV presenteren we hierna de mutaties in de reserves. Deze vergelijken we met de mutaties zoals opgenomen in de begroting en de bijstellingen op de begroting die de gemeenteraad heeft vastgesteld. Hierna resteert het zogenaamde resultaat voor bestemming. We doen de gemeenteraad een voorstel om aan dit bedrag een bestemming te geven. Dit resultaat krijgt een bestemming in de besluitvorming door de raad bij vaststelling van de programmarekening. De paragraaf eindigen we met een beschrijving van de gebeurtenissen na de balansdatum die niet zijn verwerkt in de programmarekening.
In de paragrafen doen we verslag van het (financiële) beleid en de uitvoering daarvan.
In dit hoofdstuk zetten we allereerst uiteen welke waarderingsgrondslagen we hanteren in Purmerend. Daarna volgt een beschrijving en toelichting van de afzonderlijke onderdelen van de balans en de mutaties die in 2018 zichtbaar zijn.
In de bijlagen staan overzichten die deels verplicht zijn (Sisa) en deels informatief zijn voor de raad. De bijlagen lichten we hier verder niet toe.
Twee bijlagen zijn pas beschikbaar kort voor vaststelling van de rekening door de gemeenteraad.
Dit betreft: